Laatst hoorde ik in de achtergrond de online les van mijn dochter. Haar school was in quarantaine door een clusterbesmetting en ze volgde de les in onze woonkamer op haar laptop. Ik volgde mee. De les verliep vlot en plots diende ze haar geodriehoek te nemen. Een kindje merkte op dat zijn geodriehoek nog in de klas lag en de school gesloten was, waarop de meester repliceerde ‘in de Spar kan je er voor 2 € eentje halen’. 2 € wat is 2 €… toch niks. 2 € is een pot confituur en een brood in de Aldi en dus 1 week een gevulde brooddoos. Ja die domme geodriehoek maakt een verschil. Was de betrokken leerkracht fout in zijn boodschap? Nee, in de winkel heb je die geodriehoek heel snel en je hebt hem nodig voor je lessen. Maar stond de leerkracht stil bij het effect van zijn boodschap? Het was vermoedelijk helemaal niet de intentie van de leerkracht te zorgen dat er minder eten op tafel zou komen, toch was dit een mogelijk gevolg. En zo zijn er dagelijks vanuit vele hoeken kleine opmerkingen, opdrachten die net dit effect hebben.
Vaak horen we in het lege brooddozendebat dan vervolgens de voedselbank als oplossing vallen. Een lovenswaardig initiatief waarbij mensen tegen een zeer lage prijs voedsel kunnen halen. Prachtig. Een 1 op 1 oplossing tegen honger en we geven wat eten, problem solved? Voedselbanken bestaan al jaren en nog altijd zijn er mensen met honger en kinderen met een lege brooddoos. Een voedselbank is geen supermarkt. Dat betekent dat je niet kiest, dat het aanbod dat te verkrijgen is gelimiteerd is en dat de producten vaak tegen of net over de houdbaarheidsdatum zitten.
Ik heb zelf eens een pakket bekeken en dat was ontnuchterend. Bloem, melk, boter, groenten die nog te verwerken waren, schimmelkaas, conserven,… . Op het eerst zicht niks mis mee. Maar dan komt het, hiermee moet je koken…. . Kruiden, oeps dat zit er niet bij. Al eens kruiden gaan kopen in de supermarkt? 2 € voor een potje… 2 €, waar hebben we dat nog gehoord. Schimmelkaas moet je ook niet in de brooddoos steken voor je kind. Om daarmee te koken moet je dus immens creatief zijn. Ik vermoed dat van velen in de socio-culturele sector minder creativiteit wordt verwacht dan wat wij als maatschappij en sociale sector verwachten van mensen in financieel precaire situaties.
Nu zou je kunnen zeggen ‘kan je dan geen geld gaan lenen of hulp vragen in je omgeving?’. Ja dat kan. Maar mensen hebben hun fierheid en een oplossing voor eender welk probleem zou te allen tijde de persoon die de vraag stelt in zijn waardigheid moeten laten. Dan verkiezen mensen in armoede nog liever om chips te eten en te geven aan de kinderen want dat kost niets. Liever dat nog dan te moeten knielen en je over te leveren aan veroordelende blikken en achterklap.
Staan we in de sociale sector en de jeugdzorg genoeg stil bij hoe de boodschap binnenkomt bij de hulpvrager. Hoe hard snijden woorden? Welk effect hebben woorden op de persoon die voor mij staat? Hoe kan ik zonder deining te maken en met zelf quasi onzichtbaar te zijn deze persoon helpen? Dit zijn misschien vragen die iedereen en ook ikzelf op het einde van de dag zou dienen te stellen. Mijn vrijheid eindigt immers waar die van een ander begint.
Cindy Heremans