Puberbrein
Van de oprichters van het oplossingsgericht centrum zijn we ondertussen al gewoon dat een boek meer is dan enkel een boek ‘lezen’. Van het eerste moment word je uitgedaagd om het boek direct in praktijk om te zetten, eigenlijk een beetje mee te schrijven. ‘Suggesties voor de komende dagen’ zoals Sven het zo mooi kan omschrijven. Wel, de suggesties waren welkom. Het start met een uitleg hoe het puberbrein in elkaar zit. Wat ik daar vooral uit geleerd heb is dat het puberbrein nog in volle ontwikkeling is en daarbij externe grenzen nodig heeft die je als opvoedingsverantwoordelijke moet geven als je wilt dat het goed komt. ‘Het is voor je eigen goed’ en ‘later zul je mij nog dankbaar zijn‘ is dus waar en zelf wetenschappelijk onderbouwd!
Je moet voor je puber duidelijke lijnen uitzetten en vanuit die duidelijke lijnen een veilige haven zijn. Daar gaat het in het volgende hoofdstuk over. Een haven van waaruit je puber even kan uitvaren en, als de zee te woelig wordt, veilig naar terug kan keren. Dat de ‘lijnen uitzetten’ de dag van vandaag anders aangepakt wordt dan pakweg 30 jaar geleden is evident. Er is een nieuwe vorm van autoriteit gekomen die niet langer gebaseerd is op angst voor de gezagsfiguur maar gebouwd is vanuit een positieve relatie.
Nieuwe autoriteit
In de volgende twee hoofdstukken wordt verder ingegaan op deze nieuwe vorm van autoriteit, ‘zeggingschap’ zoals Sven het noemt. Aanwezigheid en betrokkenheid, onafhankelijkheid, zelfcontrole (uitstel van reactie), volhouden, transparantie, weerstaan, verzoening, relatiegebaren en het netwerk zijn de bouwstenen hiervan. De cement tussen die bouwstenen is communicatie die er voor kan zorgen dat je je puber verder weg duwt of juist dichterbij brengt. Het doel van al onze interventies blijft nog altijd zorgen dat onze puber veilig, ondersteund en met zorg op een positieve manier kan ontwikkelen en dat loopt, ondanks onze inspanningen, niet altijd van een leien dakje. Het blijft onze opdracht om voor onze pubers te ‘zorgen’ en naargelang de situatie kan dat op drie niveaus: gerust in open dialoog, ongerust – gericht toezicht en bezorgd – eenzijdig ingrijpen. In het volgende hoofdstuk krijg je hier verduidelijking en handvaten voor.
Gewoontes
Dat de laatste twee niveaus spanningen meebrengen en dat het dan moeilijk is om je kalmte te bewaren spreekt voor zich. Toch is het belangrijk van in je kracht te blijven en je niet te laten meeslepen door je emoties. Een voor mij confronterende passage hierin was het stuk rond gewoontes. Sven beschrijft gewoontes als ‘kiezen om niet te kiezen’. Je kan dus heel eenvoudig gewoontes veranderen door ‘te kiezen om wel te kiezen’. Je kunt er dus zelf voor kiezen om de gewoonte om na het eten een sigaretje te roken verder te zetten of te veranderen. En hoewel het wel niet zo eenvoudig zal zijn als het hier is neergeschreven, geeft ook deze keuzevrijheid een zekere vrijheid. Na hier verder op in te gaan met zeer praktische tips en tricks sluit Sven uiteraard nog af met een oplossingsgericht actieplan.
Aan de slag
‘Waakzame zorg voor tieners’ was voor mij een handboek waarmee je direct aan de slag kon in een oudergroep. In mijn beleving stonden de verschillende sessies er praktisch in beschreven. ‘Ouders in nesten’ is voor mij dan een aanvulling om ouders die een oudergroep niet zien zitten (of als oudergroepen coronagewijs niet kunnen doorgaan) ook handvaten te geven. Het is een zeer vlot geschreven, toegankelijk, praktisch boek waar ouders direct zelf mee aan de slag kunnen. Ondertussen start mijn dochter vandaag weer op school en is er voor de twee andere perspectief. Op zondag mogen we terug gaan lopen in het bos. Het komt dus uiteindelijk allemaal goed. Eén ding is zeker, tijdens onze loopsessie ga ik zeker ‘Ouders in nesten’ aanraden!
Mieke Lampaert Stafmedewerker Beleid Vzw De Patio