'Ik kom later naar huis, we hebben hier een ernstig geval van kindermishandeling…’ hoorde ik de politieagent aan de telefoon zeggen tegen zijn vrouw. Ik was 15 jaar oud en mijn leven nam een nieuwe wending. Wat volgde was een nacht in het ziekenhuis via het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, de dag erna een consultatie op de jeugdrechtbank om meteen naar een crisisopvangcentrum te gaan. Broer en zus gingen mee want het was niet veilig thuis. 60 dagen later komen we in een tehuis terecht waar we min of meer normaal volwassen konden worden. De angst waarin we al leefden voor zolang we ons herinnerden, ebde geleidelijk weg.
Vandaag voel ik me geprivilegieerd want ik heb jeugdhulpervaring. Een ernstig geval van kindermishandeling of niet, ik durf er mijn kinderen niet op te verwedden dat ik anno 2022 in exact dezelfde omstandigheden niet gewoon met de politiecombi aan de voordeur van mijn vader zou worden afgezet. Vandaag krijgen crisismeldpunten gemiddeld 20 vragen per dag waarbij gespecialiseerde crisishulp absoluut noodzakelijk is. Bij één op drie vragen kregen jongeren, gezinnen of hulpverleners de boodschap dat er op dit moment geen hulp beschikbaar is. De agenten zouden zonder enige twijfel machteloos zijn, misschien wel met de tranen in de ogen. De eerstelijnshulpverleners zouden vergeefs oplossingen zoeken, de wanhoop nabij. Er is geen plaats, geen personeel, we hebben leefgroepen gesloten… welk excuus er ook wordt gezocht, ze zijn allen ongepast.
Hetgeen zich vandaag afspeelt in de crisishulp voor kinderen en jongeren is voor een land als België de schaamte voorbij. De crisishulp is in crisis maar ook kinderen en jongeren die wel een toegangsticket tot hulp kregen, dreigen naar huis gestuurd te worden. In Brugge, Brussel, Antwerpen en in Limburg sluiten jeugdhulpvoorzieningen op dit moment afdelingen wegens een acuut tekort aan begeleiders. En dat is maar een momentopname. De afgelopen twee jaar waren dit soort praktijken schering en inslag. De deuren van een tehuis sluiten betekent dat je niet alleen een veilige thuis maar ook je vertrouwen verliest. Kinderen die uit diepe ellende weten te ontsnappen, komen op het spelbord dat hun leven blijkt te zijn gewoon op het vak ‘terug naar de gevangenis’ terecht. We spreken over verkrachtingen, slagen, verwondingen, emotioneel misbruik, niet één keer maar keer op keer. Er bestaan geen eufemismen voor. Een tantaluskwelling, het is een te mooi woord… het is schuldig verzuim.
Achttien kan een eindpunt zijn. Wie nog krachten over heeft, kan misschien ontsnappen al loert miserie om de hoek. ‘Achttien, te oud voor jeugdhulp, je had vroeger moeten komen.’ Wie durft de schade opmeten?
Vandaag ben ik 41. Ik heb een fijn gezin en een job die ik met passie doe. Het verleden heeft al lang een plaats en het is leuk toeven in het heden. Ik ben trots op Cachet, het netwerk voor mensen met jeugdhulpervaring dat ik samen met drie lotgenoten oprichtte. We verenigden ons toen vanuit een zekere verontwaardiging omwille van de stereotypen over kinderen en jongeren in jeugdhulp, over het gebrek aan kennis van onze rechten, over het gebrek aan rolmodellen. Ons doel is constructief meebouwen aan een betere jeugdhulp waarbij het kind centraal staat. Vandaag durf ik er niet aan denken hoe het leven van mij, mijn broer en mijn zus er uitgezien zou hebben zonder de veiligheid die jeugdhulp ons bood. Het maakt de verontwaardiging alleen maar groter al denk ik dat boosheid een juister woord is voor zoveel onrecht.
Hoelang blijven we als samenleving tolereren dat er dubbele standaarden zijn, nota bene voor onze kinderen? Waarom stuur je een kind dat geslagen en verkracht wordt terug naar de dader? Zijn hiërarchische familiebanden een reden voor straffeloosheid en onschendbaarheid? Het zal bij niemand opkomen om een volwassene die op straat afgerost of verkracht werd, gewoon meteen te confronteren met zijn slachtoffer. Sterker nog, ga er anders gewoon bij wonen. Wat zouden we dat hallucinant vinden.
Waarom blijven we dit aanvaarden? Waarom is het niet meer evident dat we de integriteit en veiligheid van onze kinderen als het hoogste goed zien? Omdat we hen kunnen negeren, omdat de energiefacturen de pan uit swingen, omdat het overal lijkt te branden … tot er eentje sterft en we met z’n allen collectief verontwaardigd zullen zijn. Jeugdhulp is een recht, geen privilege.
Geschreven door de medeoprichtster van Cachet vzw.
Cachet