Vicieuze cirkel doorbreken
De laatste jaren kwamen steeds meer dakloze jongeren aankloppen bij de Kortrijkse jeugdhulporganisatie Oranjehuis.
“Jongeren die van ver onder nul hun leven moeten starten, daar konden we ons niet bij neerleggen”, vertelt directeur Sabine Bourgeois. Tegelijk stelde de organisatie vast dat meer dan de helft van de jongeren die in detentie terechtkomen, gedoemd zijn om vroeg of laat te hervallen. “We wilden ook deze vicieuze cirkel van recidive doorbreken.”
‘Jongeren die van ver onder nul hun leven moeten starten, daar konden we ons niet bij neerleggen.’
Maar er bestond nog geen methodiek die op die twee problemen een sluitend antwoord biedt. Dus ging het Oranjehuis op zoek naar praktijken die werkten voor een andere doelgroep, zoals Housing First en positieve heroriëntering. Vervolgens sleutelden ze eraan zodat het meer past bij deze groep jongeren.
Het resultaat is het project ‘Back On Track’, waarbij het Oranjehuis op drie jaar tijd 133 jongvolwassenen tussen 17 en 25 jaar terug op de rails wil krijgen door te zorgen voor een dak boven hun hoofd en hen tegelijk nauwgezet te laten volgen door een coach.
Nieuw financieringsmechanisme
Overheidsmiddelen vinden voor innovatieve projecten zoals deze is niet evident. Want zal het project wel slagen in haar opzet?
Wat sinds kort wel kan, is werken met een zogenaamde social impact bond of sociale-impactobligatie. Via dit mechanisme kan een innovatief sociaal project voorgefinancierd worden met privé-geld. De investeerder, de overheid en de uitvoerder spreken vooraf af welk doel behaald moet worden. Een onafhankelijk onderzoeksteam gaat na of dat doel behaald werd.
‘Wordt het doel niet gehaald, dan is de investeerder zijn geld kwijt.’
Wordt het doel niet gehaald, dan is de investeerder zijn geld kwijt. Slaagt het project, dan betaalt de overheid de investeerder zijn inbreng terug, met interest. Bovendien heeft de overheid dan een recept in handen voor de oplossing van een maatschappelijk probleem.
Kan je iets meer vertellen over jullie aanpak?
Sabine Bourgeois: “Over drie jaar gespreid begeleiden we 133 jongeren. Een derde komt uit detentie, twee derde staat op de wachtlijst voor opvang of maakt al gebruik van de nachtopvang. De coach gaat hen eerst opzoeken en geeft uitleg over Back On Track: ‘We willen voor jou een huis zoeken, kijken wat je graag wil doen in het leven en je helpen dat waar te maken. We gaan ook kijken wie uit je netwerk je hierin kan bijstaan.’ Ze worden gedurende één jaar intensief begeleid.”
“We verwachten daarbij niet dat jongeren meteen laaiend enthousiast zijn, vaak hebben ze al een hele weg in de hulpverlening afgelegd. In de gesprekken die volgen zetten we sterk in op vertrouwen. We trachten vast te krijgen wat de jongere belangrijk vindt en zetten via storytelling de identiteit van de jongere op de voorgrond.”
Het is meer dan zoeken naar een plek om te wonen?
“Weten waar je vanavond gaat slapen, is zeer belangrijk voor deze jongeren. Een plek hebben om te leven, is voor elke mens betekenisvol. Maar een stabiele woonplaats is niet het enige obstakel naar een stabiele leefsituatie.”
“We willen ook dat jongeren zichzelf en hun passies kunnen ontdekken. Benoemen wat ze belangrijk vinden is niet voor elke jongere evident. Er zijn jongeren die zelfs niet weten wat ze graag eten. Ze aten altijd wat de pot schafte in de voorziening waar ze opgroeiden. We gaan dus terug naar de basis: Waar ben je geboren? Hoe zag je leven er tot nu toe uit? Wat waren succeservaringen, belangrijk personen en momenten?”
‘We gaan terug naar de basis: Waar ben je geboren? Hoe zag je leven er tot nu toe uit? Wat waren succeservaringen, belangrijk personen en momenten?’
“Een jongen vertelde me dat hij ooit een geplastificeerd klavertje vier kreeg. Hij bewaart het nog steeds in zijn portefeuille. Zoiets is ogenschijnlijk klein en betekenisloos, maar voor hem verwijst het naar een belangrijk moment waarop iemand hem gelukwenste. Dat zijn dingen die betekenis bevatten en identiteit construeren.”
“Zo willen we een dynamiek op gang brengen zodat die jonge gasten hun leven in handen nemen. Het doet hen geloven: ‘Ik ben iemand. Ik heb dromen en ik mag die uiten.’ We krijgen mooie signalen, bijvoorbeeld van een jongen die trots een selfie doorstuurt vanop een heftruck. Of iemand die tegen de coach zegt: ‘Dankzij jou geloof ik terug dat ik iets kan worden in het leven.’”
Het gaat om intensieve begeleiding?
“Een jongere wordt voor een jaar aan een coach gekoppeld. Elke coach begeleidt zes jongeren van A tot Z: de zoektocht naar een woonst, de administratieve rompslomp, de logistieke en emotionele begeleiding… Alles wordt nauw opgevolgd. Vooraf werden de coaches intensief getraind op vlak van begeleidershouding en methodieken.”
“Bij de start proberen we het netwerk van de jongeren in kaart te brengen zodat ze tijdens en na het traject ook daar ondersteuning vinden. Soms moet dit netwerk nog ontwikkeld worden. Maar we merken in de praktijk dat dit netwerk vaak afwezig is zodat de coaches vaak alle taken blijven opnemen. Mochten we vandaag opnieuw beginnen, dan zouden we extra logistieke en administratieve steun voorzien.”
Waar willen jullie na één jaar staan?
“We hebben met de onderzoeksgroep van de KU Leuven enkele meetbare sleutelindicatoren vastgelegd. Zo moet 85 procent van de jongeren het traject helemaal doorlopen. Het gaat vaak om jongeren die hulpverlening beu zijn. Of ze geloven niet dat ze er nog een boodschap aan hebben. Hen aan boord houden is dus een belangrijke uitdaging.”
‘Het gaat vaak om jongeren die hulpverlening beu zijn.’
“Daarnaast moet 85 procent op het einde een stabiele woonst hebben en 40 procent van de jongeren moet een inkomen hebben, anders dan het leefloon. Worden die indicatoren gehaald, dan krijgen de investeerders hun kapitaal terug. Daarnaast werd er nog een succes fee afgesproken als we erin slagen om recidive met een vierde terug te dringen en als we meer jongeren begeleiden dan vooraf voorzien.”
De lat op het verwerven van een eigen inkomen ligt vrij laag.
“We bekijken activering niet puur in termen van tewerkstelling. We laten voldoende ruimte om jongeren te laten doorstromen naar een opleiding, creatieve ontplooiing of therapeutische ondersteuning. We willen namelijk dat het op het einde van het traject effectief beter gaat met de jongeren die we begeleiden.”
“Cijfers zeggen niet altijd alles. Je kan een job, inkomen en een studio hebben en toch heel ongelukkig zijn of omgekeerd. Naast het behalen van die sleutelindicatoren, hopen we dus ook op het vlak van welbevinden en kwaliteit van leven iets te betekenen voor jongeren.”
Bekijken jullie de situatie van jongeren enkel individueel?
“Zeker niet. We werken met Back On Track ook breder. Jongeren die geen thuis hebben, denken vaak dat het hun eigen schuld is. Dat is niet zo. Er is meer aan de hand. Vlaanderen heeft een structureel probleem op vlak van wonen.”
‘Vlaanderen heeft een structureel probleem op vlak van wonen.’
“Een jongere is actor is in zijn eigen leefsituatie, maar de maatschappij is ook mee verantwoordelijk. We willen aankaarten waar in de samenleving de knopen zitten. In de zoektocht naar huisvesting gaan we bijvoorbeeld actief in dialoog met sociale verhuurkantoren en huiseigenaars om de bestaande problemen en mogelijkheden aan te kaarten.”
Waarom kozen jullie voor een social impact bond als vehikel voor dit project?
“Als er aan een paar ethische condities wordt voldaan, is het een interessant mechanisme voor de zoektocht naar innovatieve oplossingen voor een maatschappelijke nood. Het brengt verschillende perspectieven samen: wetenschap, praktijk, overheid en profit. Dat zorgt voor een mooie kruisbestuiving.”
“Als Oranjehuis willen we impact hebben. Een social impact bond gaat die impact per definitie meten. Als de impact van je aanpak wetenschappelijk aangetoond is, kan je dit later breder implementeren.”
“Daarnaast is het interessant om ondernemers mee te krijgen in je verhaal. Niet enkel omwille van het geld, maar ook om hen onze wereld en die van de jongeren en hun netwerk te leren kenen. We ervaren dat het hen kan motiveren om zich ook buiten het project te engageren.”
Critici vinden dat het aan de overheid is om innovatieve projecten te financieren.
“Innovatie is niet puur aan de overheid. Als je echt je nek uitsteekt, en een zeer grote uitdaging wil aanpakken, moet je omzichtig zijn met overheidsgeld. Het is net interessant dat een investeerder dat risico wil nemen. De kans bestaat dat hij zijn geld niet terugziet.”
‘Als je echt je nek uitsteekt, en een zeer grote uitdaging wil aanpakken, moet je omzichtig zijn met overheidsgeld.’
“Critici zeggen ook dat je hulpverlening verkoopt, dat je verzakelijkt en kapitaalkrachtige mensen winst laat maken op de kap van kwetsbare jongeren. Maar dat is alleen maar een risico als de social impact bond niet goed opzet. Dan is het inderdaad geen goede zaak. Daarom vond ik het belangrijk om ethische voorwaarden te stellen.”
Wat zijn die voorwaarden?
“Het moet over een effectieve maatschappelijke nood gaan. Het programma moet echt innovatief zijn, geen oude wijn in nieuwe zakken. Er moet op voorhand transparantie zijn over de doelen. Die doelen moeten ambitieus zijn. Het mag geen cherrypicking worden, waarvan alleen maar de investeerder beter wordt. De toeleiding moet onafhankelijk verlopen: mensen die buiten het project staan, moeten oordelen welke jongere in aanmerking komt voor Back On Track.”
‘Het mag geen cherrypicking worden, waarvan alleen de investeerder beter wordt.’
“We vonden het ook belangrijk dat het om een innovatie ging die nadien breed kan gebruikt worden. En dat de overheid op dat vlak ook engagement toont. Dat die de verantwoordelijkheid niet zal afschuiven op private investeerders.”
“We stonden erop om de investeerders zelf te zoeken. We willen weten waar het geld vandaan komt en de investeerders kennen. Ze moeten dicht bij het project staan. De bank BNP Paribas Fortis, die de financiële en juridische structurering van de bond op zich neemt, kon zich ook vinden in die uitgangspunten.”
Hoe nauw zijn de investeerders betrokken?
“Het zijn er vier. We kenden hen vooraf niet. Ondertussen hebben we regelmatig contact met hen. Ze worden goed geïnformeerd over de gang van zaken en welke obstakels we tegenkomen. Maar ze hebben geen invloed op het proces zelf. De doelen zijn vooraf vastgelegd. Ze kennen die. Ze wisten goed waaraan ze begonnen. Maar ze hebben geen inspraak gehad. Ze hebben ook geen contact met de jongeren of de coaches.”
Hoe bewaak je dat coaches zich niet onder druk gezet voelen omdat er investeerders geld dreigen te verliezen als een doel niet gehaald wordt?
“Het is niet hun verantwoordelijkheid om daar mee bezig te zijn. Daar zijn we duidelijk in. We proberen die druk weg te nemen. Coaches moeten doen wat de jongere nodig heeft. Maar er zijn altijd medewerkers die daar meer van wakker liggen dan andere. We ondersteunen hen daarin. Dat geldt trouwens voor heel onze werking. Ook daar hebben we doelstellingen die van buitenaf bepaald zijn, zoals bezettingsgraad of aantal face-to-face-contacten per jaar. Ik zeg daarover altijd: ‘Vergeet dat gewoon, focus op de jongere.’”
Back on Track en social impact bonds op vandaag
Het project is in 2020 gestart, we zijn nu een jaar verder. Hoe loopt het?
“Niet lang na de kick-off volgde de wereldwijde coronapandemie. Nabijheid is binnen Back On Track cruciaal. Tijdens de eerste lockdown stond dit erg onder druk. We zijn toen met alle partijen een intermezzo van twee maanden overeengekomen. Want natuurlijk was in het contract geen rekening gehouden met een pandemie.”
‘We merken dat die begeleidershouding wel aanslaat.’
“Tijdens dit intermezzo gingen we wel verder aan de slag met de jongeren die al waren opgestart. Gelukkig konden we na die twee maanden, mede dankzij het flexibele werkkader dat het agentschap Opgroeien voor de jeugdhulp opstelde, het project verderzetten.”
“Over de cijfers kunnen we op dit moment nog niets zeggen. Daarvoor is het wachten op het evaluatieonderzoek. Maar we hebben het gevoel dat het wel goed loopt. We kunnen doen wat we moeten doen voor de jongeren, dat is alvast positief. We merken dat die begeleidershouding wel aanslaat. Een groep jongeren stroomde intussen uit en een reeks nieuwe jongeren zijn aan het traject gestart.”
Zal het project blijvend sporen nalaten in de organisatie?
“Het denken rond impact krijg je niet meer weg uit onze organisatie. Wat zijn kritische succesfactoren? Hoe zetten we er in onze setting op in? En hoe meten we ze? En hoe kan je andere factoren, buiten de sleutelindicatoren, meenemen in het nagaan van kwaliteit en kwaliteitsvol werken? Dat zijn interessante oefeningen.”
‘Het grootste motief van medewerkers om hier te blijven werken is impact hebben: van betekenis zijn, een verschil maken in het leven van mensen.’
“Het grootste motief van medewerkers om hier te blijven werken is impact hebben: van betekenis zijn, een verschil maken in het leven van mensen. Als je je afvraagt waarom mensen een job met een beter loon en meer vakantie verlaten voor een job in de jeugdhulp, moet je daar het antwoord zoeken.”
“Als je die impact dus hard kan maken, dan maakt dat een wereld van verschil. Want praktijkwerkers zien soms niet meer hoe betekenisvol ze zijn.”
“We moeten natuurlijk bescheiden blijven. Er gebeuren ook dingen rondom ons die negatieve of positieve impact hebben op het leven van de jongere waar we niets aan kunnen veranderen. Het leven zelf is immers vol dynamieken. Maar als jeugdhulpverlener ben je mogelijk wel van betekenis.”
Zie je een toekomst voor social impact bonds in Vlaanderen?
“Zeker en vast! Zowel voor de jeugdhulp als daarbuiten kan het heel wat in gang zetten. Ons voortraject was lang en intensief omdat we een van de eersten waren. In de toekomst zal het eenvoudiger zijn voor anderen. We hebben het onszelf ook moeilijk gemaakt door meerdere doelen te kiezen. Niet elke social impact bond hoeft zo complex te zijn.”
‘Voor jongeren in psychisch kwetsbare situaties zijn er nog gelijkaardige innovatieve mogelijkheden.’
“Een innovatieve praktijk kan de maatschappij een gigantische besparing opleveren. Denk maar aan uitgespaard leefloon of kosten verbonden aan detentie of opvang. Voor jongeren in psychisch kwetsbare situaties zijn er nog gelijkaardige innovatieve mogelijkheden. Vandaag vinden we nog geen afdoende antwoorden voor de noden van die jongeren.”
“Zoals je merkt ben ik enthousiast, maar het is wel elke dag zwoegen. Het is een sprong in het onbekende en dat brengt de nodige ethische vraagstukken met zich mee. Je zal me zeker niet horen zeggen dat we alle wijsheid ondertussen in pacht hebben, maar het is wel een zeer verrijkend en boeiend pad om te bewandelen.”
Dit artikel verschijnt ook op Sociaal.Net.
Lisa Develtere I Sociaal.Net
Benjamien Calsyn I Jo-In