Er wordt van onze kinderen en jongeren (te) veel gevraagd
De eerste golf kwam keihard binnen. Plots konden vele jongeren niet (meer) naar hun context en konden ze slechts beperkt bezoek ontvangen. Sommige kinderen zagen hun familie pas terug na een 3-tal weken. De banden met hun gezinnen en contexten werden vaak compleet afgesneden. Er werd ook geknipt in de hobby’s en er was ineens zoveel minder ‘vrije’ tijd. Scholen werden gesloten, waren beperkt open of er werd pre-teaching georganiseerd. De structuur viel weg, de houvast was er plots niet meer. Vooral in de eerste ‘overweldigende’ golf leefde hierdoor het gevoel dat jongeren in de Jeugdzorg benadeeld werden op andere jongeren. Er werden hen veel restricties opgelegd, juist omdat zij in voorzieningen verblijven. Ze hebben dit gevoeld. De ouders hebben dit gevoeld. Wíj hebben dit gevoeld.
Doordat een leefgroep bestaat uit 10 kinderen en jongeren, is het risico op besmetting beduidend groter dan in een modaal gezin. Jongeren hebben hoog-risico-contacten en, of, worden positief getest, waardoor volledige leefgroepen in quarantaine moeten. Allemaal tussen de muren van de voorziening, soms nog te jong om goed en wel te beseffen wat er aan de hand is, of hoe ze dit moeten kaderen. Dit kent een ongeziene impact, wetende dat we met kinderen bezig zijn. Iedere ontwikkelingspsycholoog of kinderpsychiater zal erkennen dat dit op termijn zijn sporen nalaat. We mogen hier niet blind voor zijn.
Pre-teaching en thuisonderwijs werden doorheen de verschillende golven een dagelijks gegeven. Een volcontinue werking met leefgroepen tot 10 jongeren, omgetoverd tot klaslokalen. Dit is geen gemakkelijke opdracht als je niet beschikt over voldoende infrastructuur en personeel om de schoolse lessen en taken te begeleiden. Onze jongeren hebben bovendien veel ondersteuning nodig bij deze schoolopdrachten, wat maakt dat hier plots ook overdag veel extra werkuren nodig zijn. En dat bovenop de vele administratieve opdrachten, verplichte registraties, noodzakelijke contacten met de context of externen,... . Regel het maar!
Mede hierdoor wordt ook aan individuele momenten met de jongeren noodgedwongen ingeboet, terwijl die individuele aandacht net zo belangrijk is en vaak de essentie van hun hulpverleningstraject vormen. Dit knauwt aan de noden van zij waar we met z’n allen een maatschappelijke verantwoordelijkheid tegenover hebben.
‘Onze’ sector en het personeel staat stevig onder druk
Extra opdrachten, meer-uren en ook de vrees voor besmettingen onder medewerkers zorgden reeds bij aanvang van de pandemie voor een sfeer en een dynamiek die niet te onderschatten viel. Gevoelens van angst, onzekerheid en vooral machteloosheid waren de rode draad doorheen een werkdag.
Uurroosters dienen door ‘interventies’ van het overlegcomité noodgedwongen hertekend te worden. Medewerkers maken meer-uren, maar zien het einde aan de tunnel niet. De uren stapelen zich dan maar op. Het kan er nog wel bij, want we zijn nu eenmaal solidair met elkaar en willen ten allen tijde vermijden dat “onze gasten” benadeeld worden. Intussen kunnen we ons de vraag stellen hoeveel speling er nog op de rekker zit. En hoeveel plaats is er nog voor hun eigen gezinsleven? We hebben getracht om met de nodige zorg en deskundigheid onze medewerkers te ondersteunen.
Reeds meer dan twee jaar lang, beuken de verschillende golven in op de maatschappij en het maatschappelijk werk. We hebben de eerste drie golven als organisatie met daadkracht doorstaan. Was het eenvoudig? Absoluut niet! De vierde golf is de zwaarste en de grootste tot nu toe en dat voelen we. Niet alleen de horeca, bedrijven, het nachtleven, ziekenhuizen, het onderwijs,... maar ook de sociale sector en de Bijzondere Jeugdzorg worden zwaar getroffen.
Na 4 golven trachten we nog steeds met veel zorg en gedrevenheid onze medewerkers ondersteuning te bieden en ervoor te zorgen dat de dagelijkse zorg voor onze jongeren kan gegarandeerd worden. We geloven dat dit de impact van een dergelijke pandemie wel enigszins verzacht - het is alvast een verdienstelijke poging - Echter, het biedt in geen geval een oplossing voor het titanenwerk op de vloer waar mensen dagdagelijks het beste van zichzelf geven. De werkdruk is torenhoog. We komen handen en ogen tekort, nét als onze collega’s uit de overige zorgsectoren. Mensen houden nog nauwelijks het hoofd boven water. De morele stress en emotionele druk is veel te hoog. En… wie kan zeggen wat de volgende beproeving zal zijn?
En… wat nu?
Wat kan er anders, zodat een volgende beproeving niet opnieuw tot onmacht en frustratie leidt bij het (jeugd)zorgpersoneel? Wat kan er actief preventief gedaan worden om ervoor te zorgen dat er naar de toekomst toe nooit meer dergelijke spanning op de rekker hoeft komen te staan? Medewerkers worden ook ziek of moeten in quarantaine. Echter, de werking blijft aan dezelfde hoge snelheid verder draaien en de leefgroepen moeten nu eenmaal bemand worden met begeleiders die instaan voor de continuïteit ervan. Stoppen of sluiten is geen optie. Gewoon doordoen. Er wordt veel van de mensen gevraagd. Soms, het absoluut onmogelijke.
De kwaliteit van onze hulpverlening wordt sterk uitgedaagd. We willen vermijden dat we tekortschieten in de belangrijke opdracht die we hebben ten aanzien van de samenleving. We zijn idealistisch en we leggen de lat nu eenmaal graag hoog wanneer het op de zorg voor onze jongeren aankomt. De zorgzwaarte neemt stelselmatig toe, de middelen blijven ‘beperkt’. Mensen laten niet letterlijk het leven en de gasprijzen gaan er niet door naar omhoog, maar we hebben het hier wel over het kapitaal die onze toekomst mee vorm zal geven!
We merken dat de media een niet aflatende berichtgeving doet over allerhande sectoren die een impact kennen ten gevolge van de pandemie. Jeugdzorg is een kleine sector, maar het belang van deze sector kan onmogelijk ter discussie staan. We willen een stem, die luid roept dat ook ónze stevige dijken, na zoveel gebeuk door de aanhoudende vloedgolven, hier en daar aan kracht verliezen. Ook ónze fundamenten beginnen scheuren te vertonen. Het is 5 over 12, wakker worden! Het wordt tijd om ook hier de nodige aandacht aan te besteden en verstevigingswerken door te voeren. Wanneer een constructie zijn basis verliest, dan zakt het volledige systeem in elkaar.
We willen met dit schrijven aan de alarmbel trekken, zodat onze kinderen en jongeren, hun contexten en onze medewerkers niet worden vergeten. Dat de fundamenten van onze toekomst niet in de marge terechtkomen. We zijn bijzonder fier op onze mensen. Ze geven onophoudelijk en met doorzetting het beste van zichzelf. Wordt dit ook door jullie gezien? Hun flexibiliteit, hun veerkracht is enorm. Hoe lang houden ze dit nog vol?
Als de dijken breken… is er geen weg terug. En wie gaat dít overstromingsgebied droog leggen? De verantwoordelijkheid opnemen? Wie gaat op deze grensoverschrijdende situatie reageren? We hebben jullie nodig, zoveel is zeker! Wij geven alleszins niet op! We zijn trots op onze sector en gaan in verbinding verder… met elkaar, met onze jongeren, hun gezinnen en hun contexten. #we2!
In naam van alle coördinatoren en pedagogisch coördinatoren van VZW Ruyskensveld.
Ingeborg Amerijckx, Charlotte Vandevoorde, Nic Van Rentergem, Veronique Ponnet, Annelies Meersschaut, Annelies Van Den Eeckhout, Katrien Goorix, Michiel Cuypers, Krista Krick, Sari Illegems, Kristiaan Art, Maaike Everaert, Sybil Bothuyne, Sofie De Roy
Deze open brief wordt onderschreven door de algemene directie en de centrale staf van VZW Ruyskensveld.
Ellen Van Moerkerke, Lieven Van Langenhoven I Ruyskensveld