Iedereen heeft het recht op een eigen mening, dat staat zo in de Belgische grondwet artikel 19 en ook bijvoorbeeld artikel 13 van het Europees kinderrechtenverdrag. Het belang van dit recht is immens maar tot hoever rijkt dit recht en geeft mijn recht van meningsuiting mij het recht om iemand te veroordelen en mag mijn mening de rechten van een ander schaden? Ook hier is eigenlijk artikel 19 van de grondwet al zeer duidelijk: “de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd”. Dit laatste omvat dus niet louter bijvoorbeeld dat men niet haat mag zaaien, discrimineren, belagen,… maar gaat veel verder. Je kan dus niet iemand beschuldigen van iets met het uiten van een mening, zelfs niet als hulpverlener.
We zien in de hulpverlening heel vaak dat meningen worden geponeerd als waarheid zonder enige vorm van bewijs, want het is niet aan de sociale diensten om aan waarheidsbevinding te doen. Is waarheid en feiten niet het begin, het midden en het einde van alles? Hoe kan je een meerwaarde betekenen in een hulpverleningstraject op basis van halve of valse waarheden? Onlangs hoorde ik van een hulpverlener de waarheid is een volatiel begrip in mijn beroep. Ik vond dat nogal vrij choquerend. Waarheid is het in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en van die laatste is er nu eenmaal slechts 1. Als we van dit feit niet meer overtuigd zijn dan kunnen we vanaf nu bijvoorbeeld het assissenproces op facebook en tik-tok voeren door de sociale media-rechters veilig achter hun toetsenbord. En uiteraard kunnen ze dan in een keer ook de strafmaat bepalen. Dat zou onze rechtstaat niet enkel op losse schroeven zetten maar compleet van de kaart vegen.
Meer en meer zien we dat waarheid wordt beschouwd als een overtuiging, theorieën, ervaringen,… . Dit kan en mag toch zomaar niet het onomstotelijk bewijs vervangen. Dan bevinden we ons in de hulpverlening op wel zeer glad ijs. Stel je voor dat een dokter dit zou toepassen in zijn praktijk. Ik zou dan ook graag een quote willen aanhalen van Douglas Adams in zijn boek Dirk Gently's Holistic Detective Agency: “If it looks like a duck, and quacks like a duck, we have at least to consider the possibility that we have a small aquatic bird of the family Anatidae on our hands”. Je mag al 50 keer een gelijkaardige situatie hebben gezien met gelijkaardige gevolgen de 51ste zou wel eens iets anders kunnen zijn. Door die 51 ste over dezelfde kam te scheren heb je de rechten van deze 51 ste hulpvrager schromelijk genegeerd. Daarom kan het belang van de waarheid, de waarheidsbevinding maar ook de kennis van de wetgeving niet genoeg onderstreept worden.
Hulpverlening vereist onnoemelijk veel soft skills als empathie, luisterbereidheid,… maar veronderstelt ook veel hard skills zoals kennis van de rechten en plichten, wetgeving ter zake, … . Je kan niet werken in een sector in een rechtstaat zonder de wetgeving ervan minimaal te kennen en te beheersen. Is dit evident? Nee absoluut niet want in de hulpverlening hebben alle cliënten hun waarheid, de wetgeving verandert continue en iedere hulpverlener heeft zijn eigen bril, zijn ervaringen, zijn opleiding,… . Maar dit neemt niet weg dat er maximaal door elke hulpverlener dient te worden ingezet om de waarheid te achterhalen in elke casus en te werken binnen de krijtlijnen van de wetgeving. Wet is nu eenmaal niet optioneel maar dwingend. Bij een dokter is het heel duidelijk dat men een mensenleven in handen heeft, op het sociale domein is dat minder duidelijk op het eerste zicht maar daarom niet minder waar.
Een rapport opmaken, een situatie evalueren, het is day to day work. We staan er niet meer bij stil. Maar elk rapport zou misschien na het opmaken eens getoetst mogen worden aan artikel 19 van de grondwet en bekeken kunnen worden tegen het licht van de uitspraak van Douglas Adams in de wetenschap dat een veroordeling van iemand een voorrecht is van de rechterlijke macht. En dan nog enkel voor bewezen feiten...
Cindy Heremans